Paul Bourgeois departs from that which no longer seems of value, which in essence no longer exists. He finds it near railway tracks and along the sides of roads, on wharfs where we build upon the remains of what we have allowed to fall into disrepair. Things that mattered, then matter no more, things that over time were left behind. Advertising posters applied layer upon layer on a wooden board, until they succumbed to gravity. A bundle of lead from a home where the water no longer needs to be kept outside. Or an old letter and a faded notebook full of bygone memories. Even the dust that accumulated in the workshop, has been carefully swept up. He collects it, lets it stay, stores it in uniform boxes from which it can reappear, becoming a source.
But since we started with nothing, it is above all what follows that is so peculiar: the act taking place. Bourgeois has an exceptional approach to appropriating the half withered, the already forgotten; of regaining its right to exist. And he does this in the first place by again partly taking it away. By adding more nothing, so that something prevails, reclaiming its value. ...
Paul Bourgeois vertrekt vanuit dat wat er niet meer toe doet, wat in wezen al niet langer bestaat. Hij vindt het langs spoorwegbeddingen en steenwegen, op werven waar gebouwd wordt op de resten van wat men ineen liet storten. Dingen die dienden, dan uitgediend bleken, dingen die achterbleven. Reclameposters die laag na laag op panelen werden aangebracht, uiteindelijk toegaven aan de zwaartekracht. Een bundel lood van een verdwenen thuis waar het water niet langer moet worden geweerd. Of een brief die net niet verloren ging en een vergeeld schrift vol vervlogen herinneringen. Tot zelfs het stof dat in de werkruimte neerviel, zorgvuldig bijeen werd geveegd. Hij verzamelt het, laat het blijven, bergt het op in uniforme dozen van waaruit het opnieuw kan ontstaan, een aanleiding wordt.
Maar omdat we met niets begonnen, is het vooral wat volgt dat zo bijzonder is: de handelingen die zich stellen. Bourgeois heeft dan ook een buitengewone manier om zich het halfvergane, het reeds vergetene, toe te eigenen; het weer bestaansrecht te verlenen. En dat doet hij in de eerste plaats door het gedeeltelijk weg te nemen. Door meer niets toe te voegen waardoor iets overblijft en meerwaarde krijgt. ...
Text: Joans Lescrauwaet
35 euro
available at the gallery